Woensdag 1 augustus
Eindpunt van de dag: Ameib Ranch campsite
We leren snel. We staan vandaag al om 5:30 uur op. Na het ontbijt gaat Ineke naar het toiletgebouwtje om de toiletemmer, die we altijd meenemen vanuit Nederland, te legen. Dat is zo’n 100 meter lopen. Onderweg komt ze ineens een Gemsbok tegen. Die loopt weg over het pad dat wij de vorige avond nog hadden gelopen. Boven op de bergkam staat hij nog even stil en draait zich om. Een prachtig silhouet tegen de ochtend hemel. Wat een prachtig gezicht. Dat is nu echt Afrika beleven! Natuurlijk hebben we hier geen foto van.
We gaan op weg naar Homeb waar we om 6:45 uur arriveren. We zetten de auto op de campsite. We lopen door de rivier en het bos naar de duinen.






De tocht door het oerwoud van bomen en struiken valt tegen, omdat er niet echt een pad is. Je moet dus echt een weg banen door het oerwoud. Maar na een half uurtje komen we aan bij de duinen aan de andere kant van de rivier en klimmen omhoog. We moeten erg veel moeite doen om hoger te komen. In het losse zand glijd je gewoon weer naar beneden. Voor ons gevoel is deze duin steiler en hoger dan de duinen bij Sossusvlei. Halverwege stoppen we dan ook. Vanaf daar heb je ook al een goed overzicht over de riviervlakte en het landschap aan de andere kant van de rivier. Van boven af zien we wel wat open gaten in het oerwoud bij de rivier en we proberen dan ook om via deze open plekken terug te lopen. De afdaling gaat super snel. Bij de auto aangekomen, drinken we een kopje koffie en kleden ons even om. We zijn nl. half kruipend naar boven gegaan en ontzettend vuil. We willen niet zo bestoft aankomen in Swakopmund, onze volgende bestemming.
Homeb was één van plekken die Ineke altijd al had willen zien. Om te zien en ervaren hoe een rivier de verschuiving van een landschap kan tegenhouden. Het was de moeite waard.
De tocht door het oerwoud van bomen en struiken valt tegen, omdat er niet echt een pad is. Je moet dus echt een weg banen door het oerwoud. Maar na een half uurtje komen we aan bij de duinen aan de andere kant van de rivier en klimmen omhoog. We moeten erg veel moeite doen om hoger te komen. In het losse zand glijd je gewoon weer naar beneden. Voor ons gevoel is deze duin steiler en hoger dan de duinen bij Sossusvlei. Halverwege stoppen we dan ook. Vanaf daar heb je ook al een goed overzicht over de riviervlakte en het landschap aan de andere kant van de rivier. Van boven af zien we wel wat open gaten in het oerwoud bij de rivier en we proberen dan ook om via deze open plekken terug te lopen. De afdaling gaat super snel. Bij de auto aangekomen, drinken we een kopje koffie en kleden ons even om. We zijn nl. half kruipend naar boven gegaan en ontzettend vuil. We willen niet zo bestoft aankomen in Swakopmund, onze volgende bestemming.


Na de koffie rijden we langs de Kuiseb river verder naar Walvisbaai. Het grootste deel van de route zien we de duinen naast ons, maar er is behalve bij Homeb, niet echt een mogelijkheid om de duinen van dichtbij te benaderen. Het gras langs de weg wordt steeds minder tot er een kale vlakte overblijft. Een desolate vlakte waarin af en toe een paar hutjes met golfplaten staan. Tussen Walvisbaai en Swakopmund lunchen we aan de kust.

Zoals elke middag met melk en cornflakes. Liefst cornflakes met honing, maar die zijn maar op enkele plaatsen te verkrijgen.
Omdat we de supermarkt al hadden voorgeprogrammeerd in de Nuvi, kunnen we linea recta naar de SuperSpar rijden, waar we ons boodschappenlijstje kunnen afwerken. We hadden niet veel nodig. Alleen de echte vers producten zoals vlees voor de barbecue, melk, verse groenten, fruit en brood moeten worden aangevuld. Als extra waren we op zoek naar een plastic tafelkleedje en twee plastic mokken. Normaliter zijn we niet zo van de tafelkleedjes, maar vaak sta je langs een weg of op een campsite met betonnen tafels die niet al te schoon zijn. We zoeken iets wat daar bovenop gelegd kan worden. De bekers willen we kopen, omdat we van het verhuurbedrijf alleen metalen bekers/wijnglazen hebben gekregen. Johan vindt wijn wel erg lekker uit een metalen wijnglas. Maar koffie, thee en fris smaakt, naar ons idee, lekkerder uit een plastic mok. Het is ook niet praktisch, want door het metaal brandt je je lippen nog voordat je een slok hebt genomen. Het is ook voor het eerst dat we metalen drinkgerei hebben. Bij de SuperSpar kunnen we deze zaken niet vinden. Wel kunnen we hier, net als in Windhoek met onze bankpas (Maestro) betalen. Iets wat 3 jaar geleden, volgens ons, nog niet mogelijk was. De volgende stop is bij een pompstation om diesel te tanken. We hebben voor het eerst een auto op diesel. Dat bevalt erg goed. Ze zijn erg zuinig. Dat scheelt weer in de zoektocht naar tankstations. Eigenlijk is het niet nodig dat we nu al bijtanken, maar uit gewoonte gaan we toch in grote plaatsen tanken.
Van de vorige keer weten we dat naast het benzinestation, waar we de vorige keer hebben getankt en de band hebben laten vervangen, een winkelcentrum is. Terwijl Johan de diesel aanvult, gaat Ineke naar dat winkelcentrum. In de PEP store vindt Ineke zowel kleine plastic bekers als een plastic tafelkleedje.
We rijden wat rond in Swakopmund omdat er een wegomlegging is en de uitgang richting Windhoek niet goed is aangegeven. Uiteindelijk vinden we een detour en zijn weer op de B2 op weg naar Goanikontes Oasis campsite. Ineke had in T4A problemen om de route hier naartoe te bepalen. Vandaar dat Ineke een topic over de aanrijroute op het Duitse forum had geplaatst. Volgens enkele forum leden is er een afslag op de B2 zo’n 11 km buiten Swakopmund. De D1901 die langs de Swakop rivier loopt zou ons bij Goanikontes brengen.
Die route had Ineke voorgeprogrammeerd in de Nuvi. De afslag ging prima. Maar het verbaasde ons al dat er geen bordjes stond als verwijzing naar de campsite. Dat is in Namibië bij andere lodges en campsites vaak wel het geval. Wel stond een andere campsite aangegeven. Die vlak bij de snelweg ligt.
De eerste kilometers op deze gravel road D1901 gaan prima. Maar na zo’n 8 km wordt het onduidelijk. Er is nauwelijks een weg (of meerdere wegen). De GPS wil ons een kant op laten rijden waar geen weg is. We rijden nog een stukje terug, maar die weg is levensgevaarlijk. Een steile heuvel waar je niet kunt zien hoe de weg erachter is. En de weg is half weggeslagen. Er zijn nog wel een aantal auto’s die de weg ook nemen en ook stoppen verderop. Dat kan Johan zien, omdat hij een heuvel opklimt om het landschap en de wegen te bestuderen. We besluiten om terug te gaan naar de B2 en verder te rijden naar Ameib Ranch, waar we morgenochtend toch willen wandelen. We arriveren om 16:20 uur op de campsite bij Ameib Ranch. Laat voor ons doen, maar nu hebben we het voordeel dat we morgen op tijd aan de wandeling kunnen beginnen. Ameib Ranch is een keurige camping. Mooier dan Ineke had verwacht, dus dit is een prima alternatief.

Het is wel druk op deze campsite. Voor Afrikaanse begrippen zijn de plaatsen dicht op elkaar. Gelukkig hebben we geen last van de buren. Hier kunnen we lekker douchen en daar zijn we wel aan toe na de nacht vlucht en twee nachten bush camping.