Maandag 21 oktober
Dagactiviteit: autorit Midelt – Merzouga; Source Bleue de Meski; circuit touristique de Rissani; Dromedaristocht Merzouga
Overnachting: in een tentenkamp in de duinen bij Merzouga

De volgende morgen eten we allebei een klein beetje stokbrood, wat thee en een bakje yoghurt.
In de loop van de dag voelt Ineke zich steeds beter. Johan ook, hoewel hij met regelmaat imodium blijft gebruiken.
Vandaag hebben we een prachtige en afwisselende route. Na Zebzat gaan we zigzaggend de bergen in. We stoppen langs de weg om een plaatje te schieten van de vlakte die we achter ons hebben gelaten. Na de bergen volgt de Zis vlakte.
In een stadje stoppen we nog even om onze Paracetamol aan te vullen. Die was inmiddels al op. Normaliter gebruiken we bijna nooit paracetamol. Gelukkig hebben medicijnen als Paracetamol en immodium overal dezelfde naam. Het was dus voldoende om het lege doosje in de apotheek te laten zien.
Vlak voor de tunnel du legionaire stoppen we nog voor een paar leuke foto’s van de Zis vallei.

Verderop langs de weg verandert de Zis vallei in een lange groene oase met palmen en huizen. Een schril contrast met het omringende kale landschap. 3 km voor Meski stoppen voor een korte wandeling. Het was de bedoeling dat dit het verste punt van een wandeling was geweest. Maar we voelen ons niet krachtig genoeg voor een wandeling. De temperaturen zijn overigens ook al erg hoog.

We lopen even rond om de lucht en de geur van de omgeving op te kunnen snuiven. We zien een man aan het werk in zijn tuintje. De generator verstoort de rust. Alleen door water op te pompen is hier landbouw mogelijk. De rivier is droog. Daarna rijden we door naar Meski. Voor Meski gaan we rechts af naar Source Bleue. We willen ergens langs de kant van de weg stoppen, wat we eigenlijk gewoon hadden moeten doen. Maar verder op de weg stonden ze te wenken, dus we dachten dat men wilde dat we daar gingen parkeren. Ja, dat klopt ook wel. Want dan konden ze ons geld vragen. De parkeerplaats kost 8 Dh. Maar de thee is hier onderdeel van. We parkeren de auto en lopen verder naar de oase. Met een trap moeten we afdalen in de oase. Daar moeten we nogmaals 5 Dh betalen (wederom thee inclusief). Maar dat blijkt een valstrik. Maar dat komt later.

We lopen wat rond in de oase, nemen een kijkje bij de bronnen en het zwembad en lopen over de campsite waar Ineke 35 jaar geleden een nachtje heeft gestaan. Dan gaan we mee voor dat kopje thee. We worden naar een duister winkeltje geloodst waar we lauwe thee krijgen. Toen kwam de aap uit de mouw: hij verwacht dat we wat kopen. Dat hebben we niet gedaan. We drinken een kopje thee en gaan snel weer verder. Een verbolgen “gastheer” achterlatend.
Aan het eind van de campsite op een verhoging (boven op het toiletgebouw) werpen we nog een blik op de rivier oase met daarachter op de andere oever de verlaten kashbah.

Daar laten we het bij voor vandaag. Het was de bedoeling om naar deze kashbah toe te lopen, maar we zien ook niet een doorgang vanuit de campsite. Die was waarschijnlijk bij de plek waar onze auto stond. Gelukkig stond de man, die met ons in het restaurantje thee wilde drinken er niet meer. Wel had hij een jongentje achter gelaten, die er aankwam om de 5 Dirham “parkeergeld” te innen.
Onderweg naar Rissani stoppen we nog een keer om de groene Zis vallei te bewonderen.

Van daar rijden we naar Rissani. Omdat we nog wat tijd over hebben rijden we de circuit touristique de Rissani, de toeristische route van ongeveer 20 km ten zuiden van Rissani, waar men nog in kashba’s woont. Leuke route. Wie zien weinig leven, maar dat zal waarschijnlijk komen omdat alle leven zich afspeelt in de kasba’s. Daarna rijden we door naar Merzouga. Tot 1,1 km voor hotel Kasbah Mohayut is het asfalt, dus dat valt mee.

De Nüvi brengt ons precies waar we wezen moeten en precies om 15.00 uur (het tijdstip dat je aanwezig moet zijn volgens de voucher voor de dromedaris tocht). We vertrekken pas om 17.00 uur. Dus pakken we alvast de spullen bij elkaar die we mee willen nemen op de dromedaristocht en rusten uit aan de rand van het zwembad op lekkere ligstoelen en nemen nog een kijkje op het dak van de Kasbah. Tegen 5 uur kleden we ons om in een toilet die groot genoeg daarvoor was.
Klokslag 5 uur vertrekken we voor de dromedaris tocht. De groep bestaat uit 5 Nederlanders van 1 gezin, een Duits koppel, een Engels koppel en wij tweeën. Om op de dromedaris te komen is best lastig.

Je hebt het gevoel dat je vóór overschiet als de dromedaris op zijn achterpoten gaat staan. We lopen heel rustig, met de gids lopend voorop, door het prachtige woestijnlandschap. Tijdens de tocht neemt de wind steeds meer toe. We worden gezandstraald. Het zand zit echt overal. Het zitten op de dromedaris valt best mee, alleen Ineke houdt wel steeds de handvatten krampachtig vast en heeft dus zwetende handen. Het moeilijkst zijn de afdalingen. Je gaat steeds op en neer over de heuvels en dalen. Helaas zijn er ook motoren en auto’s die de rust en het landschap vervuilen met hun lawaai. Na zo’n 3 kwartier rijden mogen we de benen strekken. Daarna is het nog zo’n half uurtje alvorens we aankomen bij onze tenten. Voor de liefhebbers een link naar de gereden route: (Wikiloc Merzouga camel tour). Dan zie je meteen dat je hemelsbreed niet ver verwijdert bent van de hotels.

De zon is dan al bijna onder. We krijgen een mooie tent toegewezen met drie bedden. 1 bed gebruiken we als opslagruimte. Na enige tijd hebben de gidsen thee voor ons gemaakt. Eerst zitten we buiten tussen de tenten, maar binnen gaan we eten. Tajine met kip en een lekkere soep vooraf. Na het eten krijgen we mandarijntjes en stukjes meloen. Na het eten komen er nog twee gidsen bij van het kampement dat achter het heuveltje ligt. Met zijn vieren maken ze mooie muziek. Eén van hen, van het andere kamp met de blauwe chelabba, is de echte gangmaker. Erg leuk. Daarna zoeken we ons bed op.